Lady Ariedian |
Lang geleden, net voor de Gouden Eeuw begon volgens de landwezens, werd een kleine Ariedian geboren. |
Ter hoogte van de kustlijn bij “Hell”, hoe ironisch ook, het was er koud! |
Als klein zeemeerminnetje voelde Ariedian zich het meeste thuis tussen de scheepswrakken die voor de kust lagen. |
Zo nieuwsgierig als ze was ging ze er altijd op avontuur. Of vluchtte ze weg als de zeewereld buiten haar veilige wrakken niet fijn |
was. Ze kon nooit goed opschieten met de andere kleine zeemeerminnen, ze voelde dat ze anders was. |
Toen Ariedian haar pubertijd bereikte (en dat duurt best wel lang bij meerminnen) verkleurde haar staart langzaam naar een |
donkerder kleur en werd ze minder opvallend in de duisternis van haar geliefde scheepswrakken. Ze trok zich er steeds meer in |
terug en leefde in haar eigen wereldje in de dieptes van de scheepsruimen. |
Vlak voor ze volwassen werd kreeg ze een grote teleurstelling te verduren. |
Haar familie wilde of kon haar niet langer begrijpen. Vooral haar vader keerde haar de rug toe en de kleine zeemeerminnen die |
nu inmiddels ook groot waren geworden bleven haar pesten en het leven zuur maken. |
Toen dit teveel werd besloot Ariedian dat de wrakken haar nieuwe thuis werden. Ze accepteerde dat ze altijd wel alleen zou blijven. |
Want niemand mocht haar… |
Ze besloot zichzelf de naam Lady toe te kennen omdat ze immers nu de Lady van haar eigen onderwaterkasteel was. |
Niet lang erna verging een schip voor de kust, ze zag hoe het naar beneden kwam en aan de oppervlakte allemaal kleine bootjes |
naar de kust probeerden te raken.. |
Op een van de bootjes zat een prachtige maar verlegen jongeman die zijn boot niet naar de kust kreeg. Ze besloot hem te |
helpen en zijn bootje te duwen. De jongeman ging veilig aan land, bedankte haar en kwam vaak naar de kust om haar te zien. |
Toen hij zijn eigen schip kon laten uitvaren heeft hij haar gevraagd met hem mee te varen op zijn schip. Ze zou haar eigen |
aquarium krijgen en hij zou haar vaak langs het schip laten afdalen om in het vrije water te kunnen zwemmen en mooie |
schatten op te duiken. Ze zouden zuidwaarts gaan. Als piraten. |
Ze accepteerde en verliet haar wrakkenkasteel. Aan boord was haar leven goed. Met piraten, dat wel, maar met een “Code” |
Een aantal maanden na vertrek kon ze weer eens vrij zwemmen, ergens in wat ze “Het nauw van Calais”
|
noemen, waar ze het gezang en muziek van andere zeemeerminnen hoorde. Uiteraard nieuwsgierig als |
ze was ging ze kijken. De zeemeerminnen zagen eruit zoals haar pesters van vroeger: mooi, liefelijk en glinsterend, |
terwijl Ariedian inmiddels duister, bleek en enger leek. Ze verzamelde alle moed bijeen en zwom erheen en niet |
veel later raakte ze aan de praat. |
Deze zeemeerminnen deden heel normaal en vriendelijk tegen haar. En ze beleefden een heerlijke middag op de |
rotsen van een eiland. Eindelijk had ze haar nieuwe familie gevonden. |
Maar toen het eb werd zagen ze mensen op het wad lopen en moesten ze schuilen. |
De enige schuilplaats die veilig was en die Ariedian kende was haar schip en ze nam de meerminnen mee. De kapitein |
haalde hun aan boord en liet ze schuilen. De mensen gingen niet weg, dus bleven ze aan boord. De volgende ochtend |
vroegen ze of ze mee mochten varen, met zijn allen. Dat was geen probleem. |
Na lang samen de zeeën te hebben bevaren wilde de kapitein aan land blijven en werd het voor hun tijd voor |
een nieuw schip. Hij beloofde dat hij een schip en een andere piraat zou regelen. |
Ze moesten wel een tijdje weer terug in het water en daar leven tot hij het had geregeld. |
Zo zwommen ze wat rond in de buurt in afwachting van wat er ging gebeuren. |
Het duurde niet lang voordat Ariedian een schip met een heel knappe kapitein aan boord had gezien. |
Met haar gezang en charme overwon ze hem uiteindelijk, ook hij wilde haar graag aan boord hebben. |
Maar de andere meerminnen wilden op de belofte van hun oude kapitein wachten en in de buurt blijven. |
Want meerminnen zijn zussen, niet verbonden door bloed maar verbonden door het water! |
Wat bleek, haar nieuwe kapitein voer al een tijdje mee in de vloot van de White Pearl. |
Waren dit kapers, boekaniers, piraten? |
Ook de andere meerminnen werden opgenomen aan boord van deze schepen. |
Na al haar scheepsavonturen heeft Ariedian geleerd dat, ook al ben je anders en onbegrepen er altijd anderen |
zullen zijn die je accepteren zoals je bent. |
En “familie”, die kies je uiteindelijk zelf. En vrienden? ..... Ook ! |
En nu, als ze aan land komt zal ze met liefde kinderen haar verhaal vertellen en ze laten zien dat ondanks dat |
je anders bent je wel ergens bij kan horen en liefde vinden zoals zij dat heeft gedaan voor haar kapitein en de |
band met haar nieuwe zussen en vrienden. |
Piraten ! |
Lady Ariedian is lief …. tot je haar tegenstaat. Dan komt de duisternis in haar naar boven. |
En vergeven kan ze wel, maar ze zal nooit vergeten. |
Kom je haar eens leren kennen? Dan mag je het haar zelf vragen. Ze zal niet bijten. |
Tenzij je een lekker visje bent of een gemene piraat die zeemeerminnen of kleine piraatjes en prinsessen pijn doet. |
Copyrights pictures and story: Dutch Pirates
|